Een moeilijke keuze: de Psalm gaat over de Eeuwige als onze barmhartige schepper. De evangelielezing is de gelijkenis van de zaaier. Beide passend in het thema Genees de aarde en alles wat ademt en leeft. Vanwege de lengte doe ik een stukje psalm, maar de tekst van het evangelie kan ik je aanraden (Lucas 8, 4-15)
Refrein: Treedt onbezorgd voor Gods Aanschijn.
Juicht voor de Heer, alle landen,
dient met blijdschap de Heer.
Treedt onbezorgd voor zijn Aanschijn;
waarlijk, de Heer is God.
Hij is de Schepper en Meester,
wij zijn kudde, zijn volk.
Trekt met een lied door zijn poorten,
komt in zijn voorhof met zang.
Zegent zijn Naam en eert Hem,
Hij is ons goed gezind.
Eindeloos is zijn erbarmen,
trouw van geslacht op geslacht.
Het fijne van de psalmen is dat hier duidelijk wordt dat mensen bij de Ene kunnen komen zoals ze zijn. De een is verdrietig, de ander zoekt wraak. De ene is dankbaar, de ander vraagt. Dit is een opgewekt mens die tevreden is met het leven en dankbaar voor alles. Een oproep om vreugdevol in het leven te staan en God vooral te danken voor alles wat (weer) goed gaat.
Laudat Si” roept in herinnering dat ‘het menselijk bestaan gebaseerd is op drie fundamentele en nauw met elkaar verbonden relaties: de relatie met God, met de naaste en met de aarde.
Uit de inspiratiefolder van ons thema:
De herontdekking van die ‘derde relatie’ in onze joods-christelijke traditie is tekenend voor onze tijd. Onze relatie met de aarde was sinds de moderniteit grotendeels uitgegumd: uit ons kerkelijk leven én uit onze samenleving. In feite waren we al 250 jaar opgevoed met het idee dat we de aarde moesten onderwerpen en de natuur naar onze hand konden zetten.
Die ‘ontheiliging’ en de natuur als bruikbare objecten zien vond plaats in een periode waarin ongeremde groei de maatstaf werd voor de economie en de mens de maatstaf van alle dingen. Vandaag beseffen we dat we fout zaten. Zelfs ons eigen overleven is bedreigd, nu de we gezondheid van de planeet en de ecosystemen met haar rijke biodiversiteit in gevaar hebben gebracht.
Tegelijk groeit het besef dat we niet boven of buiten de natuur staan, maar er deel van uitmaken. Alles is met elkaar verbonden. De onderlinge afhankelijkheid van levende wezens voor elkaars voortbestaan, geldt ook voor ons, mensen. We zijn toe aan een dringend herstel van onze relatie met de aarde en de levende wezens. Dat maakt deel uit van de ‘ecologische bekering’ waartoe Laudato Si’ ons oproept.
Deze stap gaat over de ecologische economie. Daarin willen duurzame productie van dingen, hergebruik van materialen, geen giftige stoffen. Het streven is eerlijke handel en niet de rotzooi aan een ander geven. Investeren in zaken die moreel juist zijn, ethisch goed. En juist niet in bedrijven die de uitstoot van CO2 vergroten. Dus bijvoorbeeld fossiele brandstoffen zo snel mogelijk niet meer gebruiken en de industrie die dit voor elkaar krijgt zonder schade voor de planeet steunen. We kijken ook naar overconsumptie, van eten of van andere zaken. Hebben we genoeg of gooien we weg? Krijgen de mensen die arbeid leveren netjes betaald? Wordt een reis ernergie-arm afgelegd? (denk aan avocado’s, bananen, soja, sperzieboontjes of zelfs rozen uit andere werelddelen. Om over de hebbedingen uit China maar niet te spreken.).
Inmiddels is dit bekend, maar denken we er zelf al aan? Mijn pensioenfonds is vorig jaar pas gestopt met investeren in bijv Shell. Mijn geliefde koopt toch avocado-olie. Ikzelf koop meer boeken dan nodig is.
Deze stap is een belangrijke stap, maar heeft veel impact op hoe we onze tijd besteden: elke zoekactie op de computer, elke vakantie, elk nieuw kledingstuk – nadenken over de keuzes die we maken. En denk nou niet dat wij als persoon geen verschil kunnen maken. Als we erover spreken en steeds meer mensen meedoen, vanuit hun geloof en/of vanuit klimaatperspectieven, gaat het echt gebeuren.
Eeuwige, wij willen u bidden:
Dat we de wereld om ons heen aanschouwen met ogen van verwondering.
Dat onze zorg voor de schepping niet uit schuldgevoel zal groeien,
maar vanuit een diep doorleefde verbondenheid met al wat leeft,
en dankbaarheid voor wat ons werd gegeven.
Amen
Wij loven U, Vader, met alle schepselen die uit Uw machtige hand zijn voortgekomen. Zij zijn van u en vol van uw aanwezigheid en uw tederheid.
U zij de lof!
Zoon van God, Jezus, door U is alles geschapen. Gij hebt een menselijke gestalte aangenomen in de moederschoot van Maria, Gij zijt deel geworden van deze aarde en hebt naar deze aarde gekeken met menselijke ogen. Vandaag zijt Gij levend in ieder schepsel met uw heerlijkheid als Opgestane.
U zij de lof!
Heilige Geest, die met uw licht deze wereld richt op de liefde van de Vader, en de weeklacht van de schepping begeleidt. Ook Gij leeft in onze harten om ons aan te zetten tot het goede.
U zij de lof!
Heer God, Een en Drievuldig,
Kostbare gemeenschap van oneindige liefde,
leer ons U te schouwen in de schoonheid van het heelal, waar alles spreekt van U.
Wek onze lofprijzing en dankbaarheid om ieder wezen dat Gij hebt geschapen. Geef ons de genade om ons ten diepste verenigd te voelen met al het bestaande.
Toen Jezus met zijn apostelen de berg was afgedaald, bleef Hij staan op een plaats waar het vlak was. Daar had een groot aantal van zijn leerlingen zich verzameld evenals een menigte mensen uit heel Judea en Jeruzalem en uit de kuststreek van Tyrus en Sidon. Ze waren gekomen om naar hem te luisteren en zich van hun ziekten te laten genezen; ook degenen die gekweld werden door onreine geesten werden genezen, en de hele menigte probeerde Hem aan te raken, want er ging een kracht van Hem uit die allen genas.
In het geloof is niet alles zo duidelijk. Wij twijfelen, we weten het niet zo erg. Maar als je dit leest denk je toch: als al die mensen Jezus aan willen raken omdat er een kracht van Hem uit ging, een kracht die zo groot was dat Hij allen genas, dan moet Hij toch wel een mens geweest zijn die heel bijzonder was. Wie kan dat nou?
Zelfs als je in aanmerking neemt dat de mensen uit die tijd anders dachten over lichamelijk en geestelijk ziek zijn – ziektes zijn een straf – dan nog is het heel speciaal. Als Hij je van je straf kan ontdoen, als Hij je kan vergeven, als Hij je op het goede pad kan zetten en weer op weg helpen, – hoe je hier ook over spreekt – dan is Hij voor iedereen die Hem zag onmiddellijk een Zoon van God. Want was dat nou niet net een kenmerk van het Goddelijke: met je zijn op jouw weg, liefdevol en steunend?
De lezing van vandaag gaat over genezen. We kunnen ons bijvoorbeeld beter voelen door in de natuur te zijn. Door naar het gedrag te kijken van de beestjes in onze tuin. Door mee te leven met de loop van de natuur door het jaar heen. We komen fysiek en geestelijk tot rust. De schepping kan dat doen.
Wij weten allemaal dat dit niet voor iedereen geldt. Als je stikt in je armoede, heb je geen ruimte in je hoofd om goed na te denken, om juiste beslissingen te nemen. Voor mensen die alleen nog maar kunnen denken of er een volgende maaltijd is, of je maandverband hebt, of je je kinderen kunt kleden, is er geen ruimte voor dit soort dingen.
Onze paus heeft in zijn programma voor een integrale ecologie hieraan gedacht: stap twee is ‘antwoorden op de “schreeuw van de Armen”. Met name de verdediging van het menselijk leven vanaf het begin tot de dood, met speciale aandacht voor kwetsbare groepen. Hierbij wordt dan onder andere gedacht aan inheemse gemeenschappen, migranten, kinderen die riskeren in slavernij terecht te komen, mensen met een beperking, zieken, de zeer ouden. Als je werkelijk arm bent, loop je grote risico’s! Omdat wij gezegend zijn met verstand en mededogen, omdat wij de schepping liefhebben, kunnen we niet toezien hoe deze mensen aan de kant gezet worden en niet betreurd.
Enkele losse gedachten die ik tegen gekomen ben bij het zoeken naar uitleg:
Net als in de vorige meditatie uit de inspiratiemap die hoort bij ons thema.
Kyrië
Barmhartige God,
Heel de Schepping zingt U lof toe.
Open onze oren om de wonderlijke klanken te horen
en open onze lippen, zodat ook wij uw lof verkondigen.
Heer, ontferm U en open ons hart
Liefdevolle God,
Teder omarmt U alles wat bestaat,
U bent aanwezig in alles wat ademt en leeft.
Laat ons opmerkzaam blijven
en met eerbied omgaan met uw Schepping.
Heer, ontferm U en open ons hart
Eeuwige God,
Herinner ons eraan dat wij zelf uit de aarde zijn.
Leer ons onze plek kennen in het grote geheel.
Breek het geweld in ons en genees ons van hebzucht.
Heer, ontferm U en open ons hart
God van leven,
U handelt door te scheppen.
Laat ons medescheppers zijn,
en schenkers van leven, in een wereld
die onder pijn gebukt gaat.
Heer, ontferm U en open ons hart
Klein stukje uit Laudato Si’, nr 89
De schepselen van deze wereld mogen niet beschouwd worden als een goed zonder eigenaar. ’Het is van U Heer, die alles wat leeft bemint.’ Vandaar komt de overtuiging dat alle wezens van het universum, die geschapen werden door dezelfde Vader, door onzichtbare handen verbonden zijn en een soort universele familie vormen, een schitterende gemeenschap die ons aanzet tot een heilig, teder en nederig respect.
Refrein:
Ik reken er nog op tijdens mijn leven
de weldaden van de Heer te ervaren.
De Heer is mijn licht en mijn leidsman,
wie zou ik vrezen;
de Heer is de schuts van mijn leven,
voor wie zou ik bang zijn?
Een ding slechts vraag ik de Heer,
meer zal ik niet wensen:
dat ik in Gods huis mag wonen
zolang als ik leef.
Dat ik de beminnelijkheid van de Heer mag ervaren,
zijn tempel weer met eigen ogen mag zien.
Ik reken er nog op tijdens mijn leven
de weldaden van de Heer te ervaren.
Zie uit naar de Heer en houd dapper stand,
wees moedig van hart en vertrouw op de Heer.
De psalm is een stuk langer, dit is het stukje wat vandaag gelezen wordt. De dichter van de psalm spreekt hier over eigen ervaringen en wensen. Aan het eind geeft hij/zij ons een goede wens mee. Uit het feit dat op het einde van het tweede stuk wordt gehoopt op een weerzien met de tempel zouden we mogelijk kunnen opmaken dat deze psalm is geschreven tijdens de ballingschap. Dus niet opgetekend tijdens het leven van koning David.
Vanaf 1 september (gebedsdag voor de schepping) tot 4 oktober (feestdag van Sint Franciscus) heeft onze kerk speciale aandacht voor de schepping. En dan met name voor een integrale ecologie: integraal is alles omvattend.
Daar geeft paus Franciscus zeven stappen voor, of eigenlijk zeven doelstellingen. Want die ecologie komt er niet vanzelf.
De eerste stap: antwoorden op de ‘schreeuw van de aarde’: streven naar een kleinere ecologische voetafdruk.
Deze stap is de belangrijkste in het deelthema van dit jaar: Genees de aarde en alles wat ademt en leeft.
Je kunt voor de hele folder kijken op www.laudato-si.nl
Wat de psalm doet is de weldaden van de Eeuwige bezingen. Voor ons is van belang dat de Ene ons op een aarde laat leven die helemaal is ingericht op onze behoeften. En die we verpesten omdat we meer willen dan ons toekomt. Onze voetstap is te groot.
Het verlies aan biodiversiteit is ernstig. Van de acht miljoen dier- en plantensoorten op aarde zijn er de komende decennia zowat een miljoen met uitsterven bedreigd. Dat is een verlies voor Gods schepping en Zijn eer. Bovendien is de biodiversiteit het fundament van onze economieën, ons levensonderhoud, de voedselveiligheid, onze gezondheid en levenskwaliteit in de hele wereld.
Laudato Si’ roept in herinnering dat het menselijk bestaan gebaseerd is op drie fundamentele en nauw met elkaar verbonden relaties: de relatie met God, met de naaste en met de aarde (LS66)
‘’Wees moedig van hart’ wordt al tegen Mozes gezegd en tegen Jozua. De diverse koningen van Israël worden beoordeeld op dit gezegde. En uiteindelijk mogen we dit woord ook aan elkaar doorgeven. Een klein stukje van dominee Jaap Kramer: Wees dapper en vastberaden, sterk en moedig. Het zijn geen lege woorden waar we ons zelf mee oppeppen. Zo van: kom op, hou vol, hang–in there! Het is niet het jezelf groot–houden, je dapperder voordoen dan je bent, oog in oog met beren op je weg, of een ziekte die je levend verslindt. Niet voor niets staat in de psalm, ervoor, en erna, dat we het van Heer moeten verwachten, op hem hopen. Alleen uit Hem kunnen we kracht en moed putten. (…)
Wees dapper en vastberaden, sterk en moedig. Het is geen garantie voor dat wat je het liefste wil. Maar wel voor een goede afloop: Psalm 27 richt ons op God, om alles van hem te verwachten. In rijkdom en armoede, gezondheid en ziekte, leven en dood. En bemoedigt ons zo, om naar God te gaan. Zo mogen ook wij de woorden van de Ene in de mond nemen; doorgeven aan elkaar: Wees dapper en vastberaden.
Volgens de Nederlandse theoloog Marius Van Leeuwen zijn psalmen geen teksten waarin over God verteld wordt, maar waarin mensen spreken tot God. De dichters loven en danken God voor al het goede dat zij ervaren, of roepen God aan op momenten dat het moeilijk gaat. Niet toevallig hebben sommige christelijke schrijvers het boek als een soort van ‘sacrament’ beschouwd: een plaats van Godsontmoeting. Op die manier komen alle menselijke thema’s aan bod. Er is ruimte voor blijdschap en verdriet, voor gejammer en teleurstelling, hoop en bevrijding.
Hoe leger het hart van een persoon is, des te meer behoefte heeft hij aan het kopen, bezitten en consumeren van objecten. In die context lijkt het onmogelijk dat iemand aanvaardt dat de werkelijkheid hem grenzen oplegt. Zo lezen we in de encycliek Laudato Si’.
Omdat ook wij die grenzen opzoeken en overschrijden, willen we nu bidden om ontferming.
Omdat wij de leegte in ons hart herkennen, en de drang ze op te vullen met nutteloze spullen en overbodige aankopen. Omdat ook wij het moeilijk hebben met grenzen, en méér van de aarde nemen dan wat ons toekomst, God, keren wij ons tot U.
Om het jachten en jagen dat onze dagen vult, de haast waarmee we snellen van hier naar daar. Om het gebrek aan respect voor het wonder van de natuur, de groei, de bloei, het feestelijke leven rondom ons. God, wij keren ons tot U.
Alles is maakbaar, alles is technisch haalbaar, zo leerden wij, en in zijn hoogmoed knutselde mens zich een wereld naar eigen beeld en gelijkenis. Nu we de brokstukken zien, het onherstelbare verlies van uniek en onvervangbaar leven, weerloos en onzegbaar mooi, gaan we geschrokken weer op zoek God, naar U , naar Uw aanwezigheid, die niet kan worden vervaardigd, maar enkel ontdekt. God wij keren ons tot U.
Vul ons hart met wijsheid en haal ons van onze toren – vergeef ons onze hoogmoed en onverstand.
Amen
Gij kent mij, Heer, en Gij doorschouwt mij,
Gij ziet mij waar ik ga of sta.
Van verre kent Gij mijn gedachten,
Gij weet waarom ik bezig ben of rust,
Gij let op al mijn wegen.
Heer, voor het woord nog op mijn tong is,
weet Gij reeds wat ik zeggen ga.
Waar ik mij wend, Gij staat op wacht,
uw hand rust altijd op mijn schouder.
Uw kennis is voor mij te wonderbaar,
zo hemelhoog, dat ik ze niet kan vatten.
De psalmist is zich ervan bewust dat de Ene hem grondig kent. En haalt daar troost uit: hij is nooit alleen. Er is altijd Iemand die hem kent van haver tot gort, tot in de diepste diepten van zijn bestaan.
Zeker in moeilijke tijden van je leven is dat een houvast – wat er ook gebeurt, Hij laat je niet in de steek. Je wordt gekend. Hij is nabij. En als je je dan ook nog realiseert dat God voor ons niet te bevatten is – ons letterlijk wezensvreemd – dan is dit een cadeautje waar je heel erg van onder de indruk kunt zijn. En in deze psalm laat de psalmist dat ook blijken.
Vanwege het feit dat vandaag wordt herdacht dat Johannes de Doper werd onthoofd, is de psalm waarschijnlijk niet zomaar gekozen…
Gerard Swüste van de Dominicuskerk in Amsterdam had een aantal jaren geleden een overweging die juist over dit onderwerp ging. Het was een preek in de kersttijd. Een stukje ervan:
De geboorte van Jezus is door de eeuwen door gevierd als een teken van licht in de donkerste dagen. Dat er uitzicht is, dat nieuw leven geboren kan worden, ook in ons, ook al
lijkt dat van niet. Dat God met ons is, ook al lijkt dat van niet. Maar wat is dat, hoe voelt dat: God-met-ons?
Dit wordt prachtig bezongen in Psalm 139. Die zingt van een God die me nabij is, die me door en door kent. Die zich niet laat weerhouden, door niets en niemand, door geen enkele privacy-regel. Die al van mij wist voordat ik was, die vóór mij, achter mij, boven mij, onder mij is; die mij ziet zoals ik ben. ‘Mij weet de ziende’ dicht Lloyd Haft in zijn psalmbewerking.
Is zo’n God dan niet een schrikbeeld? De god van dat alziende oog, liefst nog met de tekst ‘God ziet u’? Een oog dat al je doen en laten op de voet volgt, alles registreert, vooral je fouten en misstappen? Nee, zo is niet de god van Psalm 139. Daarin wordt gezongen van God als dieper dan mijn diepste zelf, intiem met mij verbonden. God weet van mij, maar dat gaat voorbij aan alle feitjes en weetjes; het weten van God is van een onuitsprekelijke vertrouwdheid, het is een weten in liefde. Het is niet bedreigend, het is geruststellend: bij
God mag je zijn die je bent, God weet niet beter, kent je niet anders, houdt van je.
Op de site van de KUleuven staat ook informatie over Johannes de Doper.
Onder de profeten die de Messias aankondigen is hij degene die zeggen kan: ‘Die is het!’ De essentie van Johannes’ roeping en van zijn hele streven bestond erin ‘Die daar’, namelijk Jezus, aan te wijzen. Wat hij deed en zei draaide niet om zijn eigen persoon, maar om Degene die hij aanwees.
We noemen hem de doper omdat hij een doopsel predikte als oproep tot en teken van boetvaardigheid, ter vergeving van de zonden. Bij de hem omringende massa wekte hij honger naar gerechtigheid en verlangen naar de komst van Gods Rijk. Het doopsel dat Johannes toediende was teken en belofte van het komende Gods Rijk. Over dat doopsel zegt Johannes zelf: ‘Ik doop met water, maar na mij komt Hij die zal dopen in de heilige Geest en vuur…’.
We kennen ook zijn verdere verhaal. Het liep namelijk niet goed met hem af. Hij kwam terecht in de kerker en werd uiteindelijk onthoofd. Hij onderging het lot van elke profeet: hij ziet waar het op aankomt én wordt gedreven door Gods Geest en draagt in zich een bovenmenselijke kracht. Maar zijn leven wordt ook door stormen geteisterd en hij ervaart duisternis, onmacht en twijfel, zeker in die kerker, in die gevangenis.
Toen hij door zijn leerlingen liet vragen of Jezus echt de Messias was, antwoordde die met een citaat van Jesaja. Daarin kon Johannes merken dat Het Woord in vervulling ging. Het koninkrijk van God is al onder ons. Maar je moet wel om je heen kijken.
Litanie van Johannes de Doper gevonden op www.sintjanwaalwijk.nl
In het betrachten van de eenzaamheid, help ons, Heilige Johannes de Doper.
Bij ons streven Gods inzichten met ons te kennen,
Bij ons streven Gods wil na te komen,
Bij het betrachten van de zachtmoedigheid en de ootmoed des harten,
Bij het bewaren van de zuiverheid en rechtzinnigheid,
Bij het bestrijden van de wereld, van de duivel en het vlees,
Bij het volbrengen van onze plichten met vlijt en liefde,
Door de strengheid van uw boetvaardigheid,
Door uw ootmoed,
Door uw getrouwheid aan de goddelijke genade,
Door uw ijver voor Gods eer,
Door uw marteldood en uw luisterrijke zegepraal,
Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt, spaar ons, Heer.
Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt, verhoor ons, Heer.
Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt, ontferm U over ons.
Johannes de Goddelijke, verdedig ons in de strijd tegen het kwaad. Wees onze verdediging tegen egoïsme, goddeloosheid en de strikken van de duivel. Ik wend mij tot u, bescherm mij tegen de gevaren die mij in mijn dagelijks leven omringen. Moge uw schild mij beschermen tegen mijn egoïsme en mijn onverschilligheid voor God en mijn naaste. Inspireer mij om u in alles na te volgen. Moge uw zegen mij altijd vergezellen, zodat ik altijd in staat ben Christus in de naaste te zien, en te werken voor zijn Koninkrijk.