Woord van Leven (Focolare)

afbeelding woord van levenDe tekst van het ‘Woord van leven’ (WvL) wordt uitgegeven door de Focolarebeweging in 90 talen. De maandelijkse rubriek is een zin uit de bijbel met een uitleg die wil helpen om de woorden in concreet leven om te zetten. Deze rubriek staat met nog meer verrijkende ervaringen in het tijdschrift ‘Nieuwe Stad’.

Met veel enthousiasme wordt het Wvl door veel mensen verspreid. Zo bereikt het vele anderen, die soms op zoek gaan naar de afzender, naar degene die dit stuurt. De contactpersoon in onze parochie voor WvL is Agnes Vos, diaconaal assitent, te breiken via e-mail diaconaal-assistent-ng.

Verwijzingen

Mei 2024
April 2024
Maart 2024
Februari 2024

Woord van leven van mei 2024

“Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde.” (1 Johannes 4:8)

De eerste brief van Johannes is gericht aan een groep christenen in Klein-Azië om hen aan te moedigen de onderlinge eenheid met elkaar te herstellen. Ze zijn verdeeld geraakt vanwege verschillende inzichten over het geloof. De auteur spoort hen – en ook ons – aan om in gedachte te houden dat God ons in Jezus als eerste heeft liefgehad en het menselijk bestaan met al zijn beperkingen en zwakheden ten einde toe op zich heeft genomen.

Aan het kruis voelde Jezus aan den lijve onze scheiding van de Vader. Door zichzelf helemaal te geven, hief Hij die scheiding op met een onvoorwaardelijke liefde. Hij liet ons zien wat de liefde is, die Hij ons met zijn woorden en met zijn leven had geleerd.

Uit Jezus’ voorbeeld kunnen we opmaken dat echte liefde moed en inspanning inhoudt, met het risico van tegenslag en lijden. Maar wie op deze manier liefheeft, ervaart de vrijheid en de vreugde van wie zichzelf geeft. Door lief te hebben zoals Jezus ons heeft liefgehad, bevrijden we ons van een egoïsme dat ons afsluit van de ander en vinden we de gemeenschap met onze broers en zusters en met God. We krijgen deel aan het leven van God.

“Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde.”

Het diepste verlangen van het menselijk hart, ook al is het misschien onbewust, is  om God te kennen. Hij is de Schepper die ons heeft geschapen en die ons kent, en die de uiteindelijke waarheid is van alle dingen. Hij is Liefde. Door lief te hebben zoals Hij, kunnen we een glimp opvangen van deze waarheid. We kunnen groeien in de kennis van God omdat we in wezen zijn leven leven. En dit wordt ten volle bereikt wanneer de liefde wederzijds is. Als we elkaar liefhebben, “blijft God in ons”.[1] Het is een beetje zoals wanneer tussen twee polen een verbinding tot stand komt: dan doet een elektrische stroom het licht branden. En het licht zal alles wat ons omringt verlichten.

“Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde.”

 Chiara Lubich schreef: “Als we met ons leven getuigen dat God liefde is, brengt dat de grootste omwenteling die we in de wereld van vandaag kunnen veroorzaken, net zoals de eerste christenen destijds in hun wereld deden.”[2]

Hoe kunnen we deze liefde beleven die van God komt? Door van zijn Zoon te leren om die liefde in praktijk te brengen, door net als Jezus de eersten te zijn om al onze broers en zusters lief te hebben, met de nederigste diensten. Door onthecht te zijn van onszelf. Door alle kruisen, klein of groot, te omarmen. Op die manier zal het niet lang duren dat ook wij Gods aanwezigheid ervaren en het licht, de vrede en de innerlijke vreugde waartoe Jezus ons wil brengen.

“Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde.”

Lucia bezoekt samen met haar vriendin Roberta vaak een bejaardentehuis. Op een dag ontmoeten ze een deftige en rijke oude man, Aldo. Hij kijkt de twee jonge vrouwen aan met een sombere blik: “Waarom komen jullie hier? Wat wil je van ons? Laat ons in vrede sterven!” Lucia verliest de moed niet en zegt tegen hem: “We komen hier om vrienden te worden.” De twee komen keer op keer terug. Roberta vertelt: “Die man was bijzonder gesloten en erg pessimistisch. Hij geloofde niet in God. Lucia was de enige die erin slaagde zijn hart te raken. Ze kon urenlang naar hem luisteren. Ze bad voor hem en gaf hem eens een rozenkrans, die hij aannam.” Op een dag horen Lucia en Roberta dat Aldo is gestorven en dat hij in zijn laatste uren Lucia’s naam had genoemd. In zijn handen had hij de rozenkrans die zij hem op een dag had gegeven.

Door Silvano Malini en het Woord-van-leven-team

[1] Vgl. 1 Joh. 4:12.

[2] Chiara Lubich, Carissimi I, 3.11.1983.

Andere edities van deze Woord voor Leven:

Woord van leven van april 2024

“De apostelen bleven met grote kracht getuigen van de opstanding van de Heer Jezus, en God begunstigde allen rijkelijk.” (Handelingen 4:33)

Deze woorden vallen in de paastijd. Ze nodigen ons uit om in volle vrijheid ook zelf getuigen te zijn van de gebeurtenis die de wereldgeschiedenis heeft getekend: Jezus is verrezen!

Om de betekenis van dit vers uit de handelingen van de apostelen volledig te begrijpen, moet je het vers lezen dat daaraan voorafgaat: “Allen die tot geloof gekomen waren, leefden eendrachtig samen. Geen van hen beschouwde zijn bezittingen als zijn persoonlijk eigendom, want ze hadden alles gemeenschappelijk.”[1]

“De apostelen bleven met grote kracht getuigen van de opstanding van de Heer Jezus, en God begunstigde allen rijkelijk.”

Deze tekst laat zien hoe de vroegste christelijke gemeenschap bezield was door de kracht van de Geest, en een grote ijver kende om aan allen het Evangelie te verkondigen, dat wil zeggen: de Blijde Boodschap dat Christus is verrezen.

Het zijn dezelfde mensen die vóór Pinksteren bang en verbijsterd waren door de gebeurtenissen die hadden plaatsgevonden. Nu treden diezelfde personen in de openbaarheid, bereid om zelfs met het martelaarschap te getuigen van het Evangelie. Het is de Heilige Geest die hun de kracht gaf en die alle angst en vrees had weggenomen. Ze waren één van hart en één van ziel, ze beoefenden de wederzijdse liefde en brachten hun bezittingen in gemeenschap. Dat was waardoor een steeds groter aantal mensen zich aangetrokken voelde.

De vrouwen en mannen die Jezus volgden, hadden naar zijn woorden geluisterd, ze hadden met Hem geleefd en zijn liefde voor de zwakken beleefd. Ze hadden met eigen ogen de wonderbaarlijke daden van Jezus gezien. Hun leven was veranderd. En ze waren de eerste getuigen geweest van de aanwezigheid van God te midden van de mensen.

Maar wat betekent het voor ons om in deze tijd volgelingen van Jezus te zijn en getuigenis af te leggen?

“De apostelen bleven met grote kracht getuigen van de opstanding van de Heer Jezus, en God begunstigde allen rijkelijk.”

De meest effectieve manier om van de Verrezene te getuigen, is te laten zien dat Hij leeft en midden onder ons woont. “Als we zijn Woord naleven, als we de liefde voor onze naaste in ons hart brandend houden, als we ons inspannen om altijd de wederzijdse liefde onder elkaar te bewaren, dan zal de Verrezene in ons leven. Hij zal onder ons leven en zijn licht en genade om ons heen uitstralen en onze omgeving omvormen. En Hij zal het zijn die ons door zijn Geest zal leiden. Hij zal degene zijn die de omstandigheden regelt en ons in staat stelt om zijn leven door te geven aan wie dat nodig hebben.”[2]

“De apostelen bleven met grote kracht getuigen van de opstanding van de Heer Jezus, en God begunstigde allen rijkelijk.”

De huidige presidente van de Focolarebeweging, Margaret Karram schrijft: “Het buitengewone gebod dat de apostelen 2000 jaar geleden rechtstreeks van Jezus hadden ontvangen was om heel de wereld in te trekken en het Evangelie aan alle schepselen te verkondigen (vgl. Marc. 16:15). Die opdracht heeft de loop van de geschiedenis veranderd. Vandaag richt Jezus dezelfde uitnodiging ook tot ons. Hij biedt ons de mogelijkheid om Hem in de wereld te brengen met alle creativiteit, talenten en vrijheid die Hij ons heeft gegeven.

De opdracht van de leerlingen heeft vandaag ook ons bereikt. Door mij, door ieder van ons, wil God zijn verhaal van liefde blijven vertellen aan al degenen die op onze weg komen of met wie we dagelijks samen zijn.”[3]

Patrizia Mazzola en het Wvl-team

[1] Hand. 4:32.

[2] Chiara Lubich, Woord van leven van januari 1986.

[3]  Margaret Karram, Geroepen en gezonden, Rocca di Papa, 15 september 2023.

Andere edities van deze Woord voor Leven:

Woord van leven (maart 2024)

“Schep, o God, een zuiver hart in mij, vernieuw mijn geest, maak mij standvastig.” (Psalmen 51:12)

De zinsnede uit de Schrift die ons in deze vastentijd wordt voorgesteld, maakt deel uit van psalm 51. In vers 12 treffen we deze aangrijpende en nederige smeekbede aan: “Schep, o God, een zuiver hart in mij, vernieuw mijn geest, maak mij standvastig.” De tekst staat bekend als ‘Miserere’. Daarin verkent de auteur de diepste gemoedsbewegingen en verborgen hoekjes van de menselijke ziel: het onverzadigbare verlangen naar de gemeenschap met God, maar ook de ontoereikendheid van de mens.

“Schep, o God, een zuiver hart in mij, vernieuw mijn geest, maak mij standvastig.”

De psalm is gebaseerd op een bekende episode uit het leven van David. Door God geroepen om voor het volk Israël te zorgen en het te leiden op de weg van gehoorzaamheid aan het Verbond, overtreedt hij zijn eigen opdracht. Nadat hij overspel heeft gepleegd met Batseba, laat hij haar man, Uria de Hethiet, een officier van zijn leger, sneuvelen in de strijd. De profeet Natan maakt hem de ernst van zijn vergrijp duidelijk en helpt hem die te erkennen. Dan belijdt David zijn eigen zonden. Het is het moment van zijn verzoening met God.

“Schep, o God, een zuiver hart in mij, vernieuw mijn geest, maak mij standvastig.”

In deze psalm horen we krachtige woorden van berouw van de koning maar ook zijn vertrouwen in de goddelijke vergeving: “zuiver mij van mijn zonden”, “reinig mij van wat ik misdeed” en “herschep mijn hart”. De psalm maakt duidelijk dat alleen God de mens kan bevrijden van zijn zwakheden. Alleen Hij kan ons tot nieuwe schepselen met een “zuiver hart” maken, ons vervullen met zijn levenscheppende geest, ons de ware vreugde en een “standvastige geest” geven en onze relatie met God, met andere levende wezens, met de natuur en de kosmos, radicaal nieuw maken.

“Schep, o God, een zuiver hart in mij, vernieuw mijn geest, maak mij standvastig.”

Hoe kunnen we dit Woord van leven in praktijk brengen?

De eerste stap zal zijn te erkennen dat we zondaars zijn die Gods vergeving nodig hebben, maar ook dat we in Hem een onbegrensd vertrouwen stellen.

Het kan gebeuren dat onze steeds terugkerende fouten ons ontmoedigen, ons in onszelf doen keren. Laten we daarom proberen de deur van ons hart tenminste op een kier te zetten. In het begin van de jaren 40 schreef Chiara Lubich aan iemand die niet in staat was om verder te kijken dan haar eigen tekortkomingen: “Ban elke negatieve gedachte uit. Weet dat Jezus juist tot ons wordt aange­trokken wanneer wij nederig, in vertrouwen en liefdevol onze zonden belijden. Van onze kant hebben we alleen maar miserie te bieden. Hij van zijn kant alleen maar barmhartigheid. Verenig je met Hem door Hem als enig geschenk je eigen zonden aan te bieden, niet je deugden! Jezus is naar de aarde gekomen met als enige verlangen om Redder te zijn, Geneesheer!”[1]

“Schep, o God, een zuiver hart in mij, vernieuw mijn geest, maak mij standvastig.”

En als we eenmaal zijn bevrijd en vergeving hebben ontvangen, laten we dan met de hulp van onze broers en zusters beginnen onze medemens concreet lief te hebben, wie dat ook mag zijn. Wat van ons wordt gevraagd, is een liefde die alles vergeeft. Dat is wat een christen kenmerkt. Paus Franciscus zei daarover: “Gods vergeving is het grootste teken van zijn barmhartigheid. Het is een geschenk dat elke persoon aan wie vergeving is geschonken, geroepen is te delen met elke broer en zuster die hij ontmoet: familieleden, vrienden, collega’s, leden van de kerk… Allemaal hebben ze net als wij Gods genade nodig. Het is mooi om vergeving te ontvangen, maar als je vergeven wilt worden, vergeef zelf dan ook. Vergeef, om getuige te zijn van zijn vergeving. Vergeving zuivert het hart en vormt je leven om.”[2]

Augusto Reyes en het Woord-van-leven-team 

[1] Chiara Lubich, Lettere 1943-1960, Città Nuova, Rome 2022, blz. 350.

[2] Paus Franciscus, Algemene audiëntie, Barmhartigheid wist de zonde uit, 30 maart 2016.

Andere edities van deze Woord voor Leven:

Woord van leven (februari 2024)

“Alles wat u doet, moet u met liefde doen. 1 Korintiërs 16:14[1]

Deze maand kunnen we ons laten verlichten door de woorden en ervaringen van de apostel Paulus volgens het psalmvers dat zegt: “Uw woord is een lamp voor mijn voet.”[2]  Hij verkondigt ook aan ons, net als aan de christenen van Korinte, een sterke boodschap: het hart van het Evangelie is de naastenliefde, een onbaatzuchtige liefde tussen broers en zusters.

Ons Woord van leven maakt deel uit van de afsluitende woorden in deze brief van Paulus, waarin de naastenliefde overvloedig in herinnering wordt gebracht en uitgelegd in al haar nuances: zij is geduldig, welwillend, houdt van de waarheid, zoekt niet haar eigen belang, enz.[3]

Wederzijdse liefde, in de christelijke gemeenschap op deze manier beleefd, is als een helende balsem voor de verdeeldheid die haar altijd bedreigt, en een teken van hoop voor de hele mensheid.

“Alles wat u doet, moet u met liefde doen.

Het is opvallend dat Paulus ons aanspoort om te handelen door “in de liefde te zijn”, alsof hij ons een stabiele toestand wil tonen, een ‘verblijven’ in God, die Liefde is.

Maar hoe zouden we elkaar en elke persoon in feite met deze houding kunnen verwelkomen, als we niet erkennen dat we allereerst door God worden bemind, ook in onze zwakheden?

Het is dit vernieuwde bewustzijn dat ons in staat stelt om onszelf onbevreesd open te stellen voor anderen, om hun behoeften te begrijpen, hen nabij te zijn en materiële en spirituele goederen met elkaar te delen.

We kunnen eens zien hoe Jezus dat deed. Hij is ons voorbeeld.

Hij is altijd de eerste geweest om te geven. Hij schonk gezondheid aan zieken, vergeving aan zondaars, leven aan ons allemaal. Tegenover egoïsme stelt Hij vrijgevigheid; tegenover eigenbelang aandacht voor anderen; tegenover bezitsdrang een houding van geven. Het maakt niet uit of we veel of weinig kunnen geven. Het belangrijkste is hoe we geven: een klein gebaar van aandacht voor de ander kan al genezend zijn.

“Alles wat u doet, moet u met liefde doen.

 Dit Woord leert ons om anderen met oprechte bedoelingen, met vindingrijkheid te benaderen, om ruimte te geven aan hun beste aspiraties, zodat ieder zijn of haar bijdrage kan leveren aan het welzijn van de gemeenschap.

Twee ouders schrijven: “Toen een verontruste buurvrouw ons vertelde dat haar zoon onterecht in de gevangenis zat, spraken we af om hem te gaan bezoeken. We vastten de dag voordat we gingen, in de hoop de genade te krijgen om hem de juiste dingen te zeggen. Ook hebben we een borgtocht betaald om hem vrij te krijgen.”

Een groep jongeren uit Kameroen organiseerde een inzameling van goederen om mensen die op de vlucht waren voor het geweld in de regio te helpen. De jongeren bezochten een man die een arm had verloren tijdens zijn vlucht. De man vertelde hoeveel het bezoek voor hem betekende. Hij voelde Gods liefde door ons heen. Een van de jongeren zei later hoe ze begrepen had dat geen enkel geschenk klein is als het met liefde wordt gegeven… Er is niets anders nodig: het is de liefde die de wereld verandert.

Door Letizia Magri en het Woord-van-leven-team

[1]  Voor deze maand is het Woord van leven dat wij voorstellen hetzelfde als dat van een groep christenen uit verschillende kerkgenootschappen in Duitsland. Ze kozen dit vers uit om het hele jaar te beleven.

[2]  Vgl. Ps .119 [118]:105.

Andere edities van deze Woord voor Leven: