Welkom » Geloofsgemeenschappen » Emmaus kerk » Het gebouw
Bij de samenvoeging per 1 juli 1971 van de gemeenten Jutphaas en Vreeswijk tot de nieuwe gemeente Nieuwegein, werd besloten dat er in het nieuwe ‘hart’ tussen de twee oude kernen een derde katholieke kerk moest komen. Het werd een modern gebouw, ontworpen door architect Ton Alberts uit Amsterdam met medewerking van de beeldend kunstenaar Arnold Hamelberg. De bouwcommissie bestond uit pastor Jan Albers en de heren Jacobs (projectleider), Croes (bisdom) en van Galen en Bartelds (kerkbestuur).
De eerste paal werd geslagen op 12 juni 1976 en op zondag 22 mei 1977 wijdde kardinaal Alfrink de kerk in. Een stuk perkament waar parochianen van het eerste uur hun naam op geschreven hadden, werd naar oud gebruik ingemetseld in het altaar. Op Palmzondag 2010 is de kerk getroffen door een brand die met name enige nevenruimtes ernstig heeft beschadigd. In oktober 2010 kon de kerk weer volledig in gebruik worden genomen. In de tussentijd vonden de ‘Emmausgangers’ een gastvrij thuis in de protestantse kerk De Bron. Andersom, toen de gemeente van de Bron samenging met die van de Dorpskerk in Jutphaas en daarom die laatste, historische kerk verbouwd werd, vonden onze protestantse mede-gelovigen zolang een onderdak bij ons.
De Emmaus kerk is gebouwd in een moderne stijl die helemaal aansloot bij de veranderde positie van de kerk in de maatschappij onder invloed van het Tweede Vaticaans Concilie. Daarmee probeerde men de geloofsbeleving en de kerk te moderniseren. De kerk, zo was de gedachte, stond niet meer boven de samenleving, maar er middenin. Een kerkgebouw moest daarom ook niet meer opvallen door hoge torens en imposante afmetingen, maar onderdeel uitmaken van de wijk, als een huis. De kerkzaal wordt steeds meer een huiskamer, met een menselijke maat en een sobere inrichting. Geen troonachtige zetel meer voor de priester, maar een gewone stoel of een krukje, en een eenvoudige altaartafel.
Alberts en Hamelberg maakten zo veel mogelijk gebruik van organische materialen als baksteen en hout. De kerkzaal heeft bijvoorbeeld een prachtige balkconstructie. Daarbij staan de vier elementen aarde, water, lucht en vuur centraal, die terugkomen in het stiltecentrum. Daar, in de stilte, begint het geloof, daar ligt het verdiepte hart/het centrum van de kerk. Dat is de hoogste ruimte van het gebouw, waar het meeste licht binnenkomt. Van boven, net als oorspronkelijk het (hemel)water dat langs een ketting naar beneden sijpelde naar het doopvont, gefundeerd in de aarde. Daar begint het vuur van het geloof te branden, ook letterlijk in de kaarsjes die worden aangestoken voor Maria om het gebed tot haar extra kracht bij te zetten. In het stiltecentrum bevindt zich ook het tabernakel, het is daar naartoe verplaatst.
Een muur van het stiltecentrum is ook een muur van de kerkzaal, met terugwijkende bakstenen, en vormt zo een directe verbinding tussen de bron en het vieren van ons geloof. Het altaar is rond en heeft inlegwerk in een andere houtsoort, een ingelegd kruis. Daarop worden de eucharistische gaven gelegd als Christus’ lichaam, waardoor Jezus’ offerdood en Zijn eucharistische aanwezigheid verbonden worden. Rondom het altaar geeft een blauw ingelegde cirkel het liturgische centrum aan. De kerkgangers zitten eromheen, de rijen stoelen lopen zelfs op, als in een arena. Zo kan iedereen goed zien wat er gebeurt en worden de gelovigen actief bij de dienst betrokken en groeit het gemeenschapsgevoel.
In de kerk stonden oorspronkelijk geen beelden. Er hing alleen een kruisbeeld boven het altaar en een Maria-icoon rechts in de kerk (gezien vanachter het altaar). Later is een beeldje van Christoffel, de beschermer van de reizigers, in de kerk geplaatst op de console waarop oorspronkelijk het tabernakel stond waarnaar het opschrift ‘Gij maakt ons brood en wijn’ nog verwijst. Dit beeldje, gemaakt door zuster Marie José van der Lee, Augustines van Sint Monica, was onderdeel van de prijs die de Tabor-parochie kreeg als parochie van het jaar 2003. “Een parochie met een ziel, met een levend christelijk ideaal”, aldus het jury-oordeel.
Bijzonder is tenslotte dat de hal/ontmoetingsruimte aan twee kanten een directe toegang biedt naar de kerkzaal, ze grijpen in elkaar en omsluiten als armen het stiltecentrum, waarnaar je in een draaiende beweging afdaalt. Aan de hal grenzen verschillende functionele ruimtes en een keuken.
Het Maarschalkerweerdorgel stamt uit 1910 en stond oorspronkelijk in de kapel van het Pensionaat St. Marie te Roosendaal. Orgelbouwer Vermeulen uit Alkmaar restaureerde het en plaatste het orgel in 1977 over naar de Emmaus kerk. Meer informatie over Maarschalkerweerdorgels vindt u op Wikipedia.
Wilt u meer weten over de bijzondere architectuur en het interieur van de Emmaus kerk? Breng dan eens een bezoek aan onze kerk. U bent van harte welkom. Elke zondagochtend om 11.00 uur is er een viering.
Of ga naar Catharijneconvent religieuze interieurs. Daar vindt u de publicatie “Post65″ over moderne kerkgebouwen/-interieurs na 1965. Deze maakt deel uit van een serie van negen publicaties die gratis te downloaden zijn, een initiatief van Museum Catharijneconvent en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Ze zijn gebaseerd op uitgebreide, verdiepende onderzoeken en in woord en vooral prachtig beeldmateriaal bespreken ze interieurs van kerken van verschillende tijden en stijlen.