In die tijd zei een der tafelgenoten tot Jezus: “Gelukkig al wie zijn maaltijd zal houden in het Rijk Gods.”
Hij antwoordde hem: “Zeker iemand gaf een groot maal en nodigde veel gasten. Op het uur van de maaltijd zond hij zijn dienaar om aan de genodigden te zeggen: Komt, alles is gereed. Maar zij begonnen zich allen opeens te verontschuldigen.
De eerste liet hem zeggen: Ik heb een akker gekocht en moet die noodzakelijk gaan bekijken; ik verzoek u mij wel te willen verontschuldigen.
Een tweede zei: Ik heb vijf span ossen gekocht en moet ze gaan proberen; ik verzoek u mij wel te willen verontschuldigen.
Weer een ander: Ik ben zo pas getrouwd; daarom kan ik niet komen.
Bij zijn thuiskomst bracht die dienaar dat alles aan zijn meester over. Nu ontstak de heer des huizes in toorn en beval aan zijn dienaar: Haast je naar de straten en stegen van de stad en breng de armen, gebrekkigen, blinden en kreupelen hier binnen. Toen de dienaar hem zei: Heer, wat gij bevolen hebt, is gebeurd en nog is er plaats, droeg de heer zijn dienaar op: Ga naar de wegen en de binnenpaden en nodig de mensen dringend uit binnen te komen, want mijn huis moet vol worden. Ik zeg u: Geen enkel van de mannen die het eerst genodigd waren, zal van mijn feestmaal proeven.”
Er is gewoon geen goed excuus: als de Ene je uitnodigt en je komt niet, dan krijg je geen tweede kans. Voor mijn gevoel is dat een beetje kort door de bocht. Ik heb naar mijn eigen idee soms echt een goede reden om een uitnodiging af te slaan.(Zeker als die uitgaat van ‘nú komen’.)
Dit zijn enkele citaten van een preek van dominee Kees van Dusseldorp
Hier ben ik Heer, hier zijn mijn oren,
geopend om U te verstaan,
verlangende om te vernemen
waar U mij zegt te gaan.
Hier ben ik Heer, hier zijn mijn handen,
geopend opdat U ze vult;
ze zijn voor U om te gebruiken
waar U ze hebben wilt.
Hier ben ik Heer, hier zijn mijn ogen,
geopend en door U ontblind,
om in uw licht de weg te zoeken
waar ik de naaste vind.
Hier ben ik Heer, hier zijn mijn lippen,
geopend want een lied begint,
het is voor U dat ze bewegen,
dat ik van liefde zing.
Hier ben ik Heer, hier zijn mijn voeten,
gekomen ver bij U vandaan;
hier ben ik Heer, U hebt geroepen,
zeg mij waarheen en ik zal gaan.
Amen.
M.J. Schuurman: Wat de Jezus ons vertelt, is dat God Zijn huis opent. Ook voor de mensen, die daar voor hun eigen gevoel niet thuishoren. Nu zijn ze daar opeens, omdat ze meegenomen worden. Ze werden uitgenodigd, maar kregen de kans niet om te weigeren. Kun je jezelf daar zien lopen? Omdat je meegenomen werd, omdat jij er niet onderuit kon, zo sterk en krachtig werd je uitgenodigd. Tot je eigen verrassing misschien: is het ook voor mij? Je kunt het niet geloven, maar je gaat – omdat je niet anders kan. ‘Kom nou, ga nou maar mee. Het is ook voor jou.’
Vorige week vergeten, maar ook nu mogen wij onze doden nog steeds gedenken
God vol raadsels en mysteries,
niet grijpbaar, niet begrijpbaar,
uw wegen zijn ons zo vreemd
toch geloven wij dat U niet de dood wilt maar het leven,
dat U een God van levenden bent en niet van doden.
Wij bidden U: maak ons tot mensen die niet berustend toezien
hoe het leven van anderen of van onszelf meer dood dan levend is.
Maak ons tot mensen die zo opkomen voor elkaar
en zo zorg hebben om elkaar
dat er tussen ons mensen leven is en zin om te leven,
ook als de schaduw van de dood van een dierbare mens
duisternis brengt in ons bestaan.
Dat wij licht zien en licht zijn voor elkaar
zo bidden wij door Jezus Christus, de Levende.
Amen
==========
God, Vader van alle mensen,
Gij verzekert ons dat niemand buiten uw aandacht valt.
Aan mensen die angstig zijn voor de dag van morgen en bezorgd uitkijken naar de toekomst,
verzekert Gij dat niemand buiten uw aandacht valt. Doe ons groeien in dat vertrouwen.
Moge God, die wil dat niemand verloren gaat,
onze gestorven dierbaren doen herleven.
Moge Hij onze liefde verdiepen, ons geloof versterken en ons geleiden tot het eeuwige leven.
Amen
========
Liefde die blijft
Dat weet Jij
Liefde in
Blijvende verbondenheid.