Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, moet dienaar van de anderen zijn.” Marcus 10:43
Op weg naar Jeruzalem is Jezus zijn leerlingen aan het voorbereiden op de dramatische gebeurtenis van zijn lijden en dood. Voor de derde keer. Maar degenen die Hem op de voet hebben gevolgd, blijken niet in staat om er iets van te begrijpen. Integendeel, er ontstaat ruzie tussen de apostelen. Jakobus en Johannes vragen om ereplaatsen in te nemen “in zijn glorie”[1]. De tien andere leerlingen zijn verontwaardigd en de groep raakt verdeeld. Dan roept Jezus ze allemaal bij zich en onthult opnieuw het heel bijzondere van zijn verkondiging:
“Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, moet dienaar zijn van de anderen zijn.”
In dit vers uit het evangelie van Marcus is te zien hoe Jezus zijn volgelingen tot een radicalere uitdaging uitnodigt: niet slechts een lovenswaardige beschikbaarheid voor een vertrouwde groep mensen, maar een totale toewijding aan iedereen. Een idee over leidinggeven dat volkomen ingaat tegen de gebruikelijke opvattingen die misschien ook wel onder de apostelen zelf leefden.
Ligt hier niet het geheim van de christelijke liefde?
Chiara Lubich schreef: “Er is één woord in het Evangelie dat door ons christenen niet genoeg wordt benadrukt: dienen. Het lijkt ouderwets en niet overeen te komen met de waardigheid van de mens die geeft en ontvangt. Toch is dit helemaal Evangelie, omdat het liefde is. En liefhebben is dienen. Jezus is niet gekomen om te bevelen, maar om te dienen. Dienen, elkaar dienen is christendom, en wie dat in praktijk brengt – en iedereen kan dat – heeft alles gedaan. Het is niet iets dat zonder gevolgen blijft, maar omdat het levend christendom is, wordt het een vuur dat oplaait.”[2]
“Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, moet dienaar zijn van de anderen zijn.”
De ontmoeting met Jezus opende de ogen van de blinde Bartimeüs zoals we in de daarop volgende verzen kunnen lezen.[3] Op dezelfde manier bevrijdt de ontmoeting met het woord van Jezus ook ons. Het maakt ons vrij van de bekrompenheid van onze plannen, het doet ons nadenken over de grootheid van God en het stelt ons open voor zijn plan van “een nieuwe hemel en een nieuwe aarde”[4].
Hij, de Heer die voeten wast[5], komt geen hulp verlenen maar komt dienen. Christelijke dienstbaarheid is het navolgen van Jezus’ voorbeeld. We kunnen van Hem een nieuwe stijl leren van sociaal gedrag: dicht bij elke persoon zijn, van welke sociale of culturele achtergrond dan ook.
Zoals een methodistische predikant van de Waldenzenkerk suggereert: “Wanneer we ons vertrouwen en onze hoop op de Heer stellen die de dienaar is van allen, dan vraagt het Woord van God ons om in onze wereld, te midden van al haar tegenstellingen, bouwers van vrede en gerechtigheid te zijn, bruggenbouwers van verzoening tussen de volkeren.”[6]
Politicus Igino Giordani schreef ten tijde van het fascisme in Italië: “Politiek is – in de meest ware, christelijke zin – een dienstmaagd en mag geen meesteres worden: ze mag niet misbruiken, noch domineren. Politiek is: sociale dienstbaarheid, naastenliefde in actie.”[7]
Met zijn leven stelt Jezus ons voor een vrije keuze: niet langer opgesloten blijven in onszelf en in onze belangen, maar ‘de ander leven’, zijn of haar gevoelens peilen, zijn of haar lasten dragen en zijn of haar vreugdes delen.
We hebben allemaal kleine of grote verantwoordelijkheden en mogelijkheden: op politiek en sociaal gebied, maar ook thuis, op school, op het werk, in de geloofsgemeenschap. Laten we gebruik maken van onze ‘ereplaatsen’ en ons ten dienste stellen van anderen, van het algemeen welzijn en werken aan goede menselijke relaties.
Door Letizia Magri en het Woord-van-leven-team
[1] Vgl. Marc. 10:37.
[2] Chiara Lubich, Servire, in Città Nuova, XVII, n. 12, 1973, blz. 13.
[3] Vgl. Marc. 10:46-52.
[4] Vgl. 2 Petr. 3:13.
[5] Vgl. Joh. 13:14.
[6] Giovanni Anziani, zie https://www.chiesavaldese.org/aria_covers.php?ref=111 .
[7] P. Mazzola (red.), Perle di Igino Giordani, Effatà editrice Torino 2019, blz. 112.