“Deel in mijn vreugde, want ik heb het schaap gevonden dat verdwaald was.” Lucas 15:6
De herders in het Oude Oosten telden hun schapen als ze uit de weide terugkwamen, bereid om op zoek te gaan als er een ontbrak. Ze gingen ook ’s nachts zoeken naar de schapen die verdwaald waren in de woestijn.
Deze gelijkenis is een verhaal over verliezen en terugvinden, waarin de liefde van de herder op de voorgrond staat. Hij merkt het als er een schaap ontbreekt en gaat het zoeken. Als hij het vindt, draagt hij het op zijn schouders, omdat het verzwakt is en bang, misschien gewond en niet in staat achter de herder aan te lopen. Hij is het die het schaap in veiligheid brengt en vol blijdschap zijn buren uitnodigt om samen feest te vieren.
“Deel in mijn vreugde, want ik heb het schaap gevonden dat verdwaald was.”
Dit verhaal bevat drie acties: verdwalen, vinden en feestvieren.
Verdwalen. Het goede nieuws is dat de Heer op zoek gaat naar hen die verloren zijn. Soms verdwalen we in de ‘woestijnen’ waarin we gedwongen zijn te leven, of waarin we onze toevlucht zoeken: woestijnen van verlatenheid, marginalisering, armoede, onbegrip en verdeeldheid. De Herder zoekt ons ook daar. Ook als we Hem uit het oog verliezen: Hij vindt ons altijd terug.
Vinden. Stel je de koortsachtige zoektocht voor van de herder. Dat is een krachtig beeld. We kunnen de vreugde begrijpen van zowel de herder als van het schaap. Als het schaapje gevonden is, voelt het zich weer veilig; ontsnapt aan het gevaar. ‘Terugvinden’ is dus een daad van goddelijke barmhartigheid.
Feestvieren. Hij roept zijn vrienden bijeen om feest te vieren, want hij wil zijn vreugde delen. Dit gebeurt ook in de gelijkenissen van de verloren drachme en van de verloren zoon.[1] Jezus wil ons duidelijk maken hoe belangrijk het is om die vreugde met iedereen te delen en Hij wil ons immuun maken tegen de verleiding om over de ander te oordelen. We zijn allemaal ‘teruggevonden’.
“Deel in mijn vreugde, want ik heb het schaap gevonden dat verdwaald was.”
Dit Woord van leven is een uitnodiging om dankbaar te zijn voor de barmhartigheid die God voor ons allemaal persoonlijk heeft. Wanneer we samen vreugde beleven, delen in elkaars vreugde, ontstaat er eenheid tussen ‘rechtvaardigen’ en ‘zondaars’.
Chiara Lubich schrijft: “Het is een uitnodiging om het hart van God te begrijpen, om in zijn liefde te geloven. Omdat we geneigd zijn alles te berekenen en af te wegen, denken we soms dat ook Gods liefde voor ons niet oneindig is. Gods logica is niet zoals de onze. God wacht altijd op ons. Wij bezorgen Hem elke keer een grote vreugde als wij naar Hem terugkeren. Ook al zou het een oneindig aantal keer zijn”.[2]
“Deel in mijn vreugde, want ik heb het schaap gevonden dat verdwaald was.”
Soms kunnen ook wij die herders zijn, en als hoeders van elkaar liefdevol op zoek gaan naar hen die afstand hebben genomen van ons of van onze gemeenschap. Ook wij kunnen op zoek gaan naar mensen die buitengesloten zijn, verdwaald zijn, of door allerlei problemen aan de rand van de samenleving terecht zijn gekomen.
Een Afrikaanse leraar vertelde ons zijn ervaring: “Sommige studenten volgden de lessen maar af en toe. In mijn vrije uren ging ik naar de markt in de buurt van de school. Ik hoopte ze daar aan te treffen, want ik had begrepen dat ze daar werkten om iets bij te verdienen. Op een dag zag ik ze eindelijk en ze waren verbaasd dat ik ze persoonlijk was gaan zoeken. Ze waren getroffen door het feit dat ze belangrijk waren voor de hele schoolgemeenschap. Ze kwamen weer regelmatig naar school. Dat was voor iedereen een feest.”
Patrizia Mazzola en het Woord-van-leven-team
[1] Vgl. Luc.15:8 en 15:11.
[2] Chiara Lubich, Woord van leven van september 1986.